Door Cathelijn | Wachtend bij de uitgang van het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis, zie ik een jongen hinkend op de draaideur afkomen. Ach, nog zo’n stumpert, denk ik bij mezelf. Hij houdt zijn linkervoet van de grond en hobbelt van het bankje naar het welkomstbord. Ik voel een vlaag van medelijden. ‘Wil je misschien mijn krukken lenen?’ vraag ik. Hij lacht en zegt: ‘En… hoe ga jij dan weer… ?’ Lekker scherp, Paling.
Twee dagen later rol ik op dezelfde plek weer naar binnen. Na een intakegesprek moet ik me gaan omkleden. Ik werp een blik op de kerrie-gele ziekenhuispyjama die netjes opgevouwen op het bed klaar ligt. Aftands lelijk. De verpleegkundig steekt haar hoofd nog om de deur; of ik vooral de witte steunkousen niet wil vergeten. Feest. Het gele gewaad doet mij denken aan het Paastafellaken van mijn moeder. Het enige verschil is dat hier twee (arm)gaten in zitten met wat drukkertjes. One size fits all, yeah right.
Een uurtje later rijd ik de OK binnen. Na wat gevoelstestjes, steken er ineens een paar tenen uit boven het scherm dat boven mij hangt. Is dat mijn voet?, denk ik verbaasd. Waarna het been, hop, wordt doorgegeven aan de chirurg en die gooit het vervolgens in zijn nek. Oké… mijn benen voelen officieel aan als knakworst. Ondanks alles, is het prima gezellig daarbinnen.
Drieënhalf uur later tintelen mijn hakken nog steeds. Een rug als boksbal, gaat tezamen met scherpe pijnscheuten in mijn knie. Maar daartegenover staat een herstelde meniscus, plus een gestrekt rechterbeen. En geloof mij, dat is heel wat waard. Ook al kan ik er nog niet op staan; ik mag in ieder geval dat gevaarte van een bracebeugel hier achterlaten. Toch een klein Forrest-Gump-momentje. En wie weet wat de komende weken brengt. ‘Life is like a box of chocolate…’ alleen soms zitten er een paar ‘rotte’ bij. C’est la vie.
Dit is Cathelijn. 25 lentes jong en werkzaam als Webeditor bij TravelBird. Schrijven en reizen zijn haar grootste passies. Met Cathelijn zul je je dan ook nooit vervelen. “Ik ben erbij!” roept ze altijd vol enthousiasme als je vraagt of ze ergens mee naartoe gaat. Zelfs als ze niet eens weet wat er op de planning staat. Met een grote dosis sarcasme, zelfspot en humor schrijft ze om de week een column over de dilemmas van een twintiger.
Prachtig geschreven, ik vind de ‘quote’ waarmee je eindigt prachtig!
Leuk! Dankjewel Monique:)